Voor het bovenblad heeft de bouwer waarschijnlijk gebruik gemaakt van een bestaand blad dat afkomstig was van of bedoeld was voor een andere cello.
Opmerkelijk is dat het blad oorspronkelijk samengesteld is uit meer dan twee, n.l. 6 delen.
Het hout is zeer fijn van nerf.
Aan de binnenkant is het blad langs de rand dunner gemaakt, daarna is er een laagje hout opgelijmd dat buiten de rand uitsteekt. Daarna is er aan de buitenkant een laagje hout opgelijmd. Al het materiaal buiten de randinleg is ander hout dan het hout van het oorspronkelijke blad, op een aantal plaatsen is zelfs binnen de randinleg ander hout gebruikt zoals aan de bovenkant en de taille.
Het hout is zeer zorgvuldig geselecteerd zodanig dat de houtnerf past bij het oorspronkelijke hout.
De randinleg is ook vervangen.
Op de basbalk staat een stempel met de naam “A.GÜTTER NBG´ .
Hij is degene die vermoedelijk het instrument eind 19e eeuw ook heeft geestaureerd.
 Van A. GÜTTER weten we het volgende:Gütter, Adolf, Nuremberg geb. 1886,
Poltseling overleden in 1931. Er zijn nog weinig door hem gebouwde instrumenten over.Hij is opgevolgd door zijn neef Rüdikurt Dünger
Op de plaats van de stapel is een ovale laag hout gelijmd wat duidt op een gerepareerde stapelbreuk.
De lijmnaden zijn verstevigd
Kloptoon bovenblad F +20 onbewerkt
Bovenblad aanpassen |
Het bovenblad is samengesteld uit meerdere stroken fijnspaar en aan de randen is de vorm aangepast aan een klankkast van latere datum.
Het middengedeelte heb ik dikker gemaakt. Het blad was zo dun, 2mm, dat het bij de kam ingezakt was.
Langs de randen van het blad heb ik hout weggehaald omdat het blad daar veel te dik was.
Het dikteverloop van het blad is vastgelegd.
Na alles nog eens te hebben nagemeten heb ik het bovenblad weer gelijmd.
Nadat het bovenblad gelijmd is heb ik het onderblad losgehaald.
Het onderblad is in het midden te dun (2 mm) daarom heb ik het dikker gemaakt dmv stroken esdoorn.
De randen zijn ook dunner gemaakt zoals bij het bovenblad.

Ook van het achterblad is het dikteverloop vastgelegden daarna het onderblad gelijmd.
|
Ook het onderblad is in het midden te dun (2 mm) daarom heb ik het dikker gemaakt dmv stroken esdoorn. .De randen zijn ook dunner gemaakt zoals het bovenblad.
|
Om een goede snaarhoek en kamhoogte te krijgen heb ik onder de toets een spie van esdoorn gelijmd

Na schoonmaken en afwerken heb ik een donkerbruine laklaag aangebracht.
Nadat de lak droog is heb ik de kam pas gemaakt en besnaard met Larsen medium snaren.
Als de kam op de gebruikelijke plaats staat is de snaarlengte 72 cm.
|
Eindelijk is het zover.
Het instrument wordt getest door Marc Michael De Smet.
Mooie warme klank, spreekt gemakkelijk aan .
Marc vindt de klank het mooiste bij een stemming die een halve toon lager ligt.
Ik heb de kam en stapel een cm boven de merktekens geplaatst om dichter bij een normale mensuur te komen en een lagere snaarspanning te krijgen.
Deze week heb ik verschillende cellisten hun mening gevraagd over deze cello, men is unaniem enthousiast. |
|
|